Training Heldere e-mails schrijven

leer e-mails schrijven met een kop en een staart

Een praktische groepstraining voor iedereen die een mail wil leren schrijven met een kop en een staart.

  • Duur: 1 dagdeel van 3 uur
  • Vorm: online of bij jou op kantoor
  • Prijs: op aanvraag
Een e-mail schrijven
Decoratieve golfjes in blauw met een transparante achtergrond
Je krijgt net te vaak geen reactie op je mail. Of er komen nog allerlei vragen over. Kennelijk zijn jouw mails niet helemaal volledig en nu wil je leren hoe je dat wel kunt zijn.

Wat heb ik te bieden?

Ik leer je in een paar uur hoe je een e-mail opstelt die voor jouw lezer glashelder is. Je krijgt persoonlijk feedback op je mail die je instuurt voor de training.

Wat je leert in de training 'Heldere e-mails shrijven'

Je leert hoe je een e-mail helder opbouwt en hoe je je boodschap duidelijk formuleert.
  • Je zet je boodschap meteen in het begin van je mail en eindigt met de ‘call to action’
  • Je leert hoe je jouw boodschap formuleert in heldere taal, zonder ambtelijke prietpraat

Wat staat er op het programma van deze training?

  • Kort en krachtig je boodschap formuleren
  • Een perfecte inleidende alinea schrijven en een ‘hoe nu verder’ aan het eind
  • Een duidelijke opbouw maken met korte alinea’s en passende kopjes
  • Helder formuleren zonder ingewikkelde constructies
  • Je maakt diverse schrijfopdrachten en geeft je collega’s feedback op hun teksten

Sluit deze training niet aan op wat je nodig hebt? Kijk dan ook eens bij de training Schrijfvaardigheid/Begrijpelijke taal (B1).

Wat eerdere deelnemers over deze training schreven

“Erg fijne docent en heel begripvol. Ze zorgt ook voor goede interactie tussen de deelnemers.”
Medewerker ARAG

“Handige tips en tops meegenomen.” 
Medewerker ARAG

Opdrachtgevers van deze training

Postnl ・ARAG

Even kort over 'watermeloenwoorden'

Naast B1-taal is er nog een ander element waar je als schrijver van een tekst rekening mee moet houden: de eenduidigheid in betekenis. Als je aan tien mensen vraagt om een watermeloen te omschrijven, dan zeggen ze alle tien: “Oh, die is groot en rond en groen. En van binnen rood met zwarte pitjes.” We zouden in onze teksten alleen maar watermeloenwoorden* moeten gebruiken, zodat we allemaal hetzelfde bedoelen. De praktijk is anders. Als een arts bijvoorbeeld zegt: “U wordt nog drie maanden na de ingreep vervolgd”, dan denkt de patiënt aan iets heel anders dan zijn dokter. En wat dacht je van: noodweer, instrumenten, eiwit… zijn dit watermeloenwoorden?

*met dank aan Ionica Smeets